Knutselen

‘Ik heb zin om iets te knutselen,’ zegt Lucas.

‘Oh, dat kan wel even hoor,’ zegt mama. ‘Pak de knutselspullen er maar bij.’

Lucas loopt naar de kast waar de spelletjes en knutselspullen in liggen. Hij pakt het pak met verschillende kleuren papier erin. Hij kiest een geel vel. Verder pakt hij ook stiften, plakband, stempeltjes en de lijmstift. Hij legt het allemaal netjes op een rij op de keukentafel.

‘Ik heb ook nog iets van boven nodig,’ zegt hij. En hij gaat naar boven. Naar de slaapkamer van Cato. 

Cato heeft op haar slaapkamer een laag kastje staan. Daarin bewaart ze haar verzameling lege wc-rollen. Hij pakt één wc-rol en neemt het mee naar beneden. 

‘Zo, nu nog mijn schaar en dan kan ik beginnen,’ zegt Lucas. En hij loopt naar de keuken om zijn schaar uit de keukenlade te pakken.

‘Wat ga je eigenlijk maken?’ vraagt papa.

‘Dat ga ik nog niet verklappen,’ zegt Lucas terwijl hij op de stoel gaat zitten. ‘Dat zullen jullie wel gaan zien.’

Hij tekent een grote cirkel op het gele papier. Daarna knipt hij de cirkel uit.

Papa kijkt eens naar de cirkel en de wc-rol en zegt: ‘Ik weet het al. Volgens mij ga je een poppetje maken.’

‘Nee hoor,’ zegt Lucas. ‘Wacht maar af.’

Hij knipt nu een rechthoek uit het gele vel papier. Daar zet hij met een stempeltje wat kleine figuurtjes van een vulkaan op.

Hij vouwt de rechthoek vervolgens om de wc-rol heen en plakt het vast met een plakbandje. De cirkel knipt hij tot het midden in, maakt er een soort punthoedje van en zet het bovenop de wc-rol.

‘Aaah, het wordt een raket!’ zegt papa.

‘Nee, nog steeds niet goed,’ antwoordt Lucas.

Nu knipt hij nog vier lange gele slierten uit het gele vel papier en plakt ze met wat lijm vast onderaan de wc-rol.

‘Ik weet wel wat dat is,’ zegt Cato. ‘Dat ziet eruit als een vuurpijl!’

‘Ja!’ roept Lucas. ‘Het is een vuurpijl!’