Knikkerkoffie

Cato heeft de doos van de knikkerbaan uit de speelgoedkast gepakt. Ze tilt de doos mee naar het speelkleed en zet hem neer. 

‘Lucas? Wil jij mij helpen om een knikkerbaan te bouwen?’ vraagt ze aan Lucas. 

‘Oké, dat wil ik best,’ zegt Lucas. En hij gaat op zijn knieën naast Cato op het kleed zitten. 

Lucas kan heel goed bouwen en hij heeft al snel een mooie hoge baan gemaakt. 

‘Jij mag testen of de baan goed werkt,’ zegt Lucas tegen Cato. 

De baan is zo hoog dat Cato zelfs moet gaan staan om bij het bovenste startpunt te kunnen. Ze legt een knikker bovenin en hij rolt door de hele knikkerbaan netjes naar beneden. Daar eindigt hij in het eindvoetje. 

Jaaaa, hij werkt perfect Lucas!’ roept Cato enthousiast. 

‘Nu kunnen we koffie gaan zetten voor mama. Mama. Mevrouw,’ zegt Cato met een deftige stem tegen mama. ‘Wilt u misschien een bakje koffie?’ 

‘Nou, daar heb ik eigenlijk best wel zin in mevrouw,’ antwoordt mama. 

‘Oké, dan zal ik speciaal voor u koffiezetten,’ zegt Cato. Ze laat vier rode knikkers van boven naar beneden rollen door de knikkerbaan. 

‘Wilt u er ook nog suiker in mevrouw?’ vraagt Cato. 

‘Ja graag,’ zegt mama. En doe ook maar een klein beetje melk alstublieft.’ 

‘Aha, dat kan ik voor u regelen,’ zegt Cato. ‘Dan doe ik namelijk deze twee suikerklontjes erbij.’ En ze laat twee witte knikkers door de knikkerbaan naar beneden rollen. ‘En nu ook nog een klein beetje melk. Kijk maar,’ zegt Cato terwijl ze één groene knikker door de baan naar beneden laat rollen.  

Alle knikkers zijn onderaan in het baanvoetje gerold. Cato pakt nu een klein blauw kopje uit de speelgoedlade, tilt het baanvoetje op en giet alle knikkertjes in het kopje. 

‘Alstublieft mevrouw,’ zegt Cato en ze overhandigt het kopje aan mama. ‘Uw koffie is klaar.’

Mama doet net alsof ze een klein slokje drinkt en zegt: ‘Aaah, deze koffie is echt heerlijk mevrouw!’