Kittens

Lucas is vanmiddag spelen bij zijn vriendje Sem. Hij wilde daar heel graag naartoe want er zijn kittens geboren bij Sem thuis. 

Als mama en Cato Lucas weer komen ophalen, lopen ze door de achterdeur naar binnen. Lucas komt meteen aangerend.  

‘Mama, dit moet je zien!’ roept hij. 

De mama van Sem komt er ook bij. ‘Hallo,’ zegt ze lachend. ‘Kom maar verder hoor. Cato wil jij de kittens ook zien?’ 

‘Ja!’ roept Cato blij. 

‘Hier zijn ze! Hier zijn ze!’ roepen Lucas en Sem.  

Achterin de woonkamer is een mooi verblijf gemaakt voor de jonge katjes. Ze liggen lekker te slapen. En ze liggen half over elkaar heen.  

‘Ach wat zijn ze nog klein,’ zegt mama. 

‘Ze zijn vandaag precies vijf weken oud,’ zegt de mama van Sem.  

Cato telt vier kittens. Drie rode met prachtige felblauwe oogjes. En de vierde is zwart met wit.  

‘Kijk mama,’ zegt Lucas. ‘Je mag ze ook gewoon oppakken hoor.’ En hij pakt een kitten op en houdt het voorzichtig in zijn handen. Het katje schrikt wakker en maakt een zacht piepend geluidje: ‘Piep’. 

‘Ho, doe je wel voorzichtig schat?’ vraagt mama bezorgd.  

‘Ja hoor, hier kunnen ze best tegen,’ zegt Lucas. Ook Sem pakt ondertussen een katje op en loopt ermee door de woonkamer.  

‘Ah, ze zijn echt zo schattig,’ zegt Cato. ‘Mag ik ze ook aaien?’ vraagt ze aan de mama van Sem. 

‘Ja, natuurlijk mag jij ze ook aaien,’ antwoordt Sems mama. ‘Klim er maar in.’ 

Cato klimt het verblijf in en gaat naast de kittens op de grond zitten. Ze aait een kitten heel voorzichtig over het zachte vachtje. Het katje slaapt rustig verder. 

Dan komt mama poes aangelopen. Ze springt over de rand van het verblijf en landt naast Cato. Cato schrikt er een beetje van. 

‘Ze doet niets hoor,’ zegt mama. ‘Ze komt alleen maar even kijken of alles goed gaat met haar kleintjes.’ 

‘Lucas en Sem?’ vraagt Sems moeder. ‘Zetten jullie de kittens weer terug bij hun moeder? Die kleintjes hebben wel weer genoeg gespeeld vandaag. Nu mogen ze weer lekker bij hun mama gaan slapen.’