Bollitus Scherptus

Lucas en Cato zijn samen met mama in het speelbos.  

‘Ah, ik heb een mooie stok gevonden!’ roept Lucas. En hij pakt een lange tak. Er zitten wat kleinere takjes aan. Die breekt hij eraf zodat hij een mooie gladde wandelstok overhoudt. Hij loopt ermee voor mama en Cato uit. 

Er is van alles te doen in het speelbos. Zo is er een waterpomp, een klimtoren en een zandbak. Maar er zijn ook veel slootjes waar je overheen kan lopen met een brede boomstam als bruggetje. Eén van de slootjes heeft ook een ronde houten bank boven het water.  

‘Wow, daar wil ik op!’ roept Lucas. En hij rent naar de bank toe. Hij klautert erop. Mama vindt het wel een beetje spannend, zo boven het water. 

‘Mag ik ook mama?’ vraagt Cato. 

‘Vooruit, maar ik ga wel mee en je moet mij goed vasthouden,’ zegt mama. 

Voorzichtig klimmen mama en Cato achter Lucas aan. En even later zitten ze op de ronde bank. In het midden van de bank kun je in het ondiepe water kijken. Daar staan ook allemaal waterplanten in. Lucas ziet een interessante plant. De plant heeft vreemde bolletjes met scherpe uitsteekseltjes eraan. ‘Wat is dat nou voor gekke plant mama?’ 

Mama kijkt moeilijk. ‘Tja, ik weet eigenlijk niet zoveel van planten. Maar dit zou zomaar eens een Bollitus Scherptus kunnen zijn,’ zegt mama. 

‘Een Bollitus Scherptus? Dat is wel een heel rare naam!’ roept Lucas. 

‘Haha,’ lacht mama. ‘Zo heet die plant natuurlijk niet echt, maar ik vind het wel een mooie naam.’ 

‘Ik wil zo’n bolletje pakken,’ zegt Lucas. Hij probeert met zijn wandelstok een bolletje van de plant af te slaan. Na een tijdje lukt het. Het bolletje valt in het water, maar Lucas kan er nog niet bij. Met zijn stok probeert hij achter het bolletje te duwen. Het bolletje drijft langzaam in zijn richting. 

Als het bolletje vlakbij de bank is gaat Lucas plat op zijn buik op de bank liggen en steekt zijn arm naar beneden. 

‘Ja, ik kan er precies bij! Ik heb hem!’ roept hij. 

‘Mag ik hem ook eens zien?’ vraagt Cato.  

Lucas geeft het bolletje voorzichtig aan Cato. 

‘Hij voelt best wel zacht aan,’ zegt Cato.  

‘Ja,’ zegt Lucas. ‘Hij voelt echt als een Bollitus Scherptus!’